Het Watersportverbond is in gesprek met het ministerie van Financiën om criteria op te stellen voor motorbootverenigingen waardoor ze de huidige Btw-vrijstelling kunnen blijven behouden.
Het Watersportverbond wil deze criteria opstellen met bestuursleden van aangesloten motorbootverenigingen. Wie wil meedoen?
De belastingwet in Nederland kent een vrijstelling Btw voor sport. Deze vrijstelling, alleen voor sportverenigingen zonder winstoogmerk, betreft diensten die te maken moeten hebben met sport en lichamelijke opvoeding. Deze vrijstelling is er om sport laagdrempelig (lees: betaalbaar) te houden.
Voor watersportverenigingen gelden binnen deze Btw-vrijstelling aparte regels, opgesteld door de Nederlandse overheid. Het Europese Hof van Justitie heeft ,op aandringen van commerciële jachthavens in Nederland, de Nederlandse overheid op de vingers getikt. De Commerciële jachthavens zijn van mening dat watersportverenigingen door de huidige BTW-regels bevoordeeld werden ten opzichte van hun eigen bedrijf.
Enerzijds was de Nederlandse overheid te coulant, anderzijds te strikt in het toepassen van de Btw-vrijstelling. Zo werden watersportverenigingen met personeel in dienst, waarvan de loonkosten boven de € 4.538 per jaar uitkomen, niet vrijgesteld van Btw. Dit is volgens het Europese Hof niet conform de Europese richtlijnen en dus moet deze uitsluiting worden gerepareerd in de Nederlandse wet.
So far so good, zul je ongetwijfeld denken. Maar de Nederlandse overheid is ook op haar vingers getikt omdat wat wij in Nederland motorbootsport, watersport vinden, in Europese ogen geen sport is. Tenminste een groot deel van die motorbootsport. Dat is in hun ogen pleziervaart met een motorvaartuig, en zeker geen sport! En hier zit een duivels groot dilemma. Sport en recreatie hangen in Nederland nauw samen, dusdanig dat de Nederlandse sportwereld en het ministerie van VWS (sport) geen onderscheid wil en kan maken in deze begrippen. Immers waar begint en eindigt sport, en idem dito recreatie? is de vraag. Iedereen die top- en competitiesport bedrijft, daarover is de opvatting unaniem: dat zijn sporters. Maar de twijfel wordt groter bij het herenelftal 15 van een hockeyclub. Is dat dan wel sport? of een lid van een tennisvereniging dat slechts af en toe een balletje slaat op de club. Of die atleet die wekelijks zijn rondje loopt over de dijk of in het bos. Zijn dit sporters of recreanten?
Om dit dilemma bespreekbaar te maken en tot een goede oplossing te brengen is het Watersportverbond in overleg met het ministerie van Financiën, daarin vergezeld door NOC*NSF en onze zusterorganisatie KNMC/VNM. In dit overleg heeft het ministerie ons te kennen gegeven deze discussie omtrent sport en recreatie niet te willen aangaan. In haar ogen is deze discussie al eerder gevoerd en afgerond en bestaat daarover consensus, ook bij de Nederlandse fiscus. Maar hoe dan wel tot een bruikbare oplossing te komen?, zul je je afvragen. Afspraak is dat bovengenoemde gesprekspartners criteria gaan formuleren waaraan motorbooteigenaren moeten voldoen, wil hun vereniging hun Btw voordeel behouden. Het Europese Hof heeft al een voorschot op mogelijke criteria gedaan. Zij denkt dan aan zaken als vorm, snelheid, wendbaarheid, gewicht of afmetingen van een vaartuig. Het Watersportverbond wil hier niet aan. Onze overtuiging is dat als deze discussie de bovenhand gaat krijgen, we er niet aan ontkomen dat bepaalde categorieën motorboten uitgesloten worden van een gunstige Btw- regeling. En dat proberen we vanzelfsprekend zoveel mogelijk te voorkomen. Daarom willen we de criteria zo ruim mogelijk formuleren, om zo min mogelijk eigenaar van motorvaartuigen de dupe te laten worden van een nieuwe Btw-regeling. Maar het staat in onze ogen wel buiten kijf dat de prestatie bestaande uit enkel verhuur van boten, ongeacht of de huurder met de boot sportieve activiteiten gaat verrichten, niet binnen de vrijstelling valt. Dat was al zo geregeld binnen de huidige Btw-regeling en deze uitzondering zal wel zo blijven. En ook niet de verhuur van een ligplaats aan woonbooteigenaren. Ook deze zijn in onze ogen Btw-plichtig.
Je begrijpt dat onze taak in het formuleren van vrijstellingscriteria voor motorvaartuigen een lastige aangelegenheid is. Maar we doen er alles aan om zo’n gunstig mogelijke regeling te treffen.
Het volgende overleg met het ministerie van Financiën staat gepland voor begin mei.
Graag willen wij in deze een beroep doen op onze eigen motorvaartuigverenigingen. Samen met jullie willen wij deze mogelijke criteria verkennen en formuleren. Derhalve een oproep naar bestuurders van deze verenigingen: indien je wil meedenken en praten, doe dan mee en meld je voor 5 april aan bij Roeland Geertzen, manager belangenbehartiging Watersportverbond, via de mail.